MijnGeldzaken.nl maakt gebruik van cookies – Klik voor meer informatie Accepteren
Met een lijfrenteverzekering zorg je voor een extra inkomen tijdens je pensioen. Je betaalt een premie aan de verzekeringsmaatschappij waarbij je de lijfrente afsluit. Deze premie kan eenmalig zijn de zgn. koopsompolis, maar ook een periodieke premiebetaling is mogelijk (eens per maand, per kwartaal of per (half)jaar).
De periode waarin de premie wordt betaald, wordt de opbouwfase genoemd. Je legt geld opzij om uitkeringen op een later moment te garanderen.
Na de opbouwfase, volgt de periode van de uitkering, oftewel de uitkeringsfase. Je kunt het bedrag in één keer laten uitkeren, maar dit is fiscaal gezien over het algemeen niet aan te raden. Je betaalt namelijk over het gehele bedrag inkomstenbelasting en loopt daarnaast een behoorlijke kans ook te maken te krijgen met vermogensrendementsheffing. Het is dus meestal verstandiger om de uitkering gefaseerd te laten uitbetalen.
Een lijfrenteverzekering kan interessant zijn als je te weinig inkomen hebt tijdens je pensioen en je inkomen nu hoog genoeg is om de premie te kunnen betalen en het belastingvoordeel kunt benutten.
Lijfrente en belasting
De inleg in een lijfrenteverzekering of een lijfrente-bankspaarrekening is af te trekken van de belastingen. Dit betekent eigenlijk dat de Belastingdienst meebetaalt aan de opbouw van je lijfrentevermogen.
Maar er geldt wel een aantal spelregels. De inleg op een lijfrente is alléén aftrekbaar als je jaarruimte of reserveringsruimte hebt en aan het begin van het kalender jaar de AOW-leeftijd nog niet hebt bereikt.
Je hebt jaarruimte als je te weinig pensioenopbouw hebt in verhouding met je inkomen. Op de site van de Belastingdienst kun je uitrekenen hoeveel jaarruimte je hebt. De maximale jaarruimte van 2021 is 13.236 euro.
Naast een lijfrenteverzekering bestaat er ook de mogelijkheid van banksparen.
Wat is het verschil tussen een lijfrenteverzekering en banksparen?
Een lijfrenteverzekring sluit je af bij een verzekeraar en niet bij een bank. Bij een lijfrenteverzekring maak je rendement via de winst van de verzekeraar. Bij banksparen via de rente die je krijgt. Het rendement is dus bij een lijfrente meer onzeker. Bij een lijfrenteverzekring kun je een levenslange uitkering krijgen, bij banksparen spreek je altijd een einddatum af van de uitkering. Leef je langer dan die datum, dan heb je in dat geval geen uitkering.
Een ander verschil is de afhandeling in het geval van overlijden. Overlijd je in de uitkeerfase dan ontvangen de nabestaanden bij een lijfrenteverzekering niets, tenzij een overlijdensrisicoverzekering is afgesloten. Bij banksparen hebben de nabestaanden in geval van overlijden recht op het bedrag dat de bank tot dan toe nog niet heeft uitgekeerd.
Maak een gratis account aan in het onafhankelijke platform MijnGeldzaken.nl.
GRATISStart nu!